De Duits-Engelse Schrijfster Wibke Brueggemann studeerde aan Bath Spa University en behaalde daar haar master ‘Schrijven voor jongeren’. Daar heeft ze blijkbaar veel van geleerd, want ze weet precies hoe je een geslaagd young adult-boek moet schrijven. Haar debuut Liefde is voor losers bevat veel humor, heeft heldere, rake zinnen en een bijzonder personage dat haar plek in de wereld probeert te vinden. Maar wat dit boek vooral zo mooi maakt, is de manier waarop de lesbische liefde aan bod komt: langzaam, maar intens.
Phoebe heeft een hekel aan de liefde. Waarom zou je verliefd willen worden? Ze ziet bij haar beste vriendin Polly hoe stom het kan zijn, want Polly kan alleen maar over seks praten en heeft totaal geen aandacht meer voor Phoebe. Ze besluit dat ze zelf nooit verliefd gaat worden. Dat wordt alleen een stuk lastiger als ze bij een plaatselijke kringloopwinkel gaat werken en daar Emma ontmoet. Een lief, knap meisje met ‘de blauwste blauwe ogen’ die Phoebe ooit heeft gezien. Maar hoe leuk haar nieuwe collega ook is, Phoebe blijft bij haar besluit: ze wordt níét verliefd.
Het verhaal van Phoebe wordt verteld in dagboekfragmenten die vol staan met hilarische, vaak cynische grappen. Ondanks haar heerlijke humor, is Phoebe niet bepaald een sympathiek personage. Ze kan erg bot zijn en is vaak boos op iedereen. Toch ga je naarmate het verhaal vordert steeds meer om haar geven. Als lezer begrijp je haar ook wel een beetje: ze mist haar moeder die als dokter maandenlang in een Syrisch vluchtelingenkamp werkt. De verliefdheid op Emma wordt ondertussen erg langzaam opgebouwd, de gevoelens sluimeren een beetje door het verhaal heen. Als lezer heb je het veel eerder door dan Phoebe zelf en soms zou je haar dan ook even willen aansporen om er iets mee te doen. Gelukkig komt er langzaam een happy end in zicht. Misschien een beetje een voorspelbaar einde, maar dat maakt het absoluut niet minder mooi.