De Vlaamse auteur Bart Moeyaert won in 2019 de ALMA, de Astrid Lindgren Memorial Award – ook wel de Nobelprijs voor de Kinderliteratuur genoemd. De jury roemde zijn poëtische taalgebruik waarin onderdrukte gevoelens en onuitgesproken verlangens verborgen liggen. Dit is ook zeker het geval in zijn novelle Dani Bennoni uit 2004: verstopt tussen alle prachtige zinnen zit een mooi queer-thema verborgen.
Het is de zomer van 1939 en ook op het Vlaamse platteland is de oorlog al te merken: één voor één worden de jongens opgeroepen voor het leger. Bings broer Moon is één van hen, maar Bing is ervan overtuigd dat hij snel weer terug zal komen. Ter voorbereiding daarvan vraagt hij de oudere Dani Bennoni om hem te leren voetballen, want daarmee zou hij zijn broer echt trots maken. Maar Dani schudt zijn hoofd en lacht hem uit. Gelukkig heeft Bing een plan om hem toch over te halen. Terwijl dat plan zich ontvouwt, ontdekt de lezer langzaam maar zeker dat de twee jongens een geheim delen: niemand mag weten wat er na de voetbaltraining in de kleedkamers gebeurt.
Met zijn kenmerkende poëtische schrijfstijl beschrijft Moeyaert de wereld van Bing. Maar ook in dit boek gaat het niet alleen om die prachtige zinnen: wat tussen die regels door wordt verteld, is bij Moeyaert soms nóg mooier. Gevoelens worden niet expliciet gemaakt, maar met een gebaar, een handeling of een bijzondere gedachte uitgelegd. Bij het werk van Moeyaert wordt vaak de vraag gesteld voor wie zijn werk nou eigenlijk geschreven is. Ook bij dit boek vroegen recensenten zich dat af: is het voor jongeren of is het voor volwassenen? Het antwoord daarop is dat Dani Bennoni geschreven is voor iedereen die van mooie boeken houdt.